Soorten fluiten

De fluitenfamilie bestaat uit verschillende fluiten. Hieronder de belangrijksten:

De dwarsfluit

De dwarsfluit, ook wel kort fluit genoemd, brengt muziek te weeg door de luchtstroom uit de mond. De dwarsfluit wordt dwars naar rechts gehouden. De fluit bestaat uit drie onderdelen, namelijk het kopstuk met lipplaat, het middenstuk met de kleppen die worden bewogen door de vingers erop te verplaatsen, en het voetje om lagere noten mee te spelen. De dwarsfluit kan meer dan drie octaven spelen.

De blokfluit

De blokfluit wordt meestal van hout gemaakt, en is voorzien van een vrij groot mondstuk. Deze fluit behoort dus bij de bekfluiten. Het mondstuk is op cilindrische wijze geboord. Onder het mondstuk is een blok van een zachter soort hout aangebracht – vandaar de naam blokfluit. Het zachtere hout zorgt ervoor dat het ademvocht makkelijk wordt opgenomen.

De Piccolo

De Piccolo is kleiner (ongeveer de helft zo klein) en hoger gestemd dan de dwarsfluit. De Piccolo wordt meestal gemaakt van hout of metaal. De muzikant Ludwig van Beethoven was de eerste die het instrument in een orkest gebruikte.

De Altfluit

De altfluit is iets groter dan de dwarsfluit. Deze fluit heeft een groter mondstuk en hij is langer. In tegenstelling tot de Piccolo is het geluid daarom lager dan dat van een dwarsfluit. De laagste noot is te vergelijken met de laagste noot van een viool.

De Dvojnice

De dvojnice lijkt op een blokfluit, maar dan met twee gaten. Ook heeft de fluit twee rijen met kleppen. Er kan voor worden gekozen om maar in één van de gaten te blazen, of in allebei tegelijk. Om dit te bereiken moet de mond schuin tegen de fluit worden gezet. De dvojnice komt oorspronkelijk uit Kroatië.

De Näy

De näy stamt af van de tijd van de farao’s in Egypte. Het instrument kan wel drie octaven halen, mits de muzikant het instrument goed weet te bespelen. Er kan dan een lage, normale en hoge octaaf worden gespeeld. De näy betekent ‘riet’ in het oud-Perzisch.

De Shakuhachi

De shakuhachi komt oorspronkelijk uit Japan, en werd in de 16e eeuw vooral bespeeld door monniken. De shakuhachi had twee doelen: een instrument en een wapen. Dit instrument is vrij lang, en de fluit wordt naar beneden gehouden tijdens het spelen, in plaats van naar de zijkant zoals bij de dwarsfluit. Dit is dus een bekfluit.

shesha